Wednesday, January 25, 2006

De reis Tupiza - Buenos Aires (deel 2)

De bus rijdt onverstoorbaar door het bergachtige gebied. Op deze hoogte is er niet veel vegetatie. Er groeien vooral veel cactussen tegen de rode rotsen. Mijn gedachten gaan terug naar de perikelen bij de grensovergang.

Tussen het plaatsje Villazón (Bolivia) en La Quiaca (Argentinië) bevindt zich een hoge brug. Dat is de grens. In het het Boliviaanse douanekantoortje was het niet druk. We kregen direct het uitreisstempel in ons paspoort van een vriendelijke beambte. Aan de andere kant van de brug, bij de Argentijnen, was de sfeer heel anders. Overal grote waarschuwingsborden met dreigende teksten en veel militairen. Zij communiceren met voorbijgangers door driftig op een fluitje te blazen en dan geïrriteerd gebaren te maken. Heel sporadisch gaat er een auto de grens over. Het merendeel van de reizigers gaat te voet. Met de ouders van Lilian, haar zus Elffy en nichtje Alexis passeerden we de grens. De bagage werd door een jongetje meegevoerd op een handkar. Als je gewoon wilt doorlopen houdt niemand je tegen. Dus de anderen konden vast vooruit om kaartjes voor de bus naar Buenos Aires te kopen. Alleen de bagage moest op een tafel worden gehesen om te worden onderzocht. De Boliviaanse grensplaats is tegen de grens aangebouwd, met heel veel winkels en bedrijvigheid. Aan de Argentijnse kant heb je eerst een tijd niets, je loopt bergop door het stof tot je bij de rand van het plaatsje komt. Een stukje verder is het busstation.

Maar zo ver waren wij nog lang niet. Lilian en ik hadden natuurlijk een inreisstempel nodig, dus wij sloten aan bij de rij voor het loket. Heel langzaam ging het. Na drie kwartier wachten in de ochtendzon stonden we eindelijk voor het loket. Ik overhandigde beide paspoorten aan de twee douaniers. Hij legde ze eerst maar eens even voor zich op het bureau. Na vijf minuten wachten pakt de man de paspoorten op. Hij bladert de mijne even door, zette er een stempel in en smeet hem op het bureau. even later hield hij het Boliviaanse paspoort van Lilian omhoog.
- Van wie is dit?
Van mij, zei Lilian.
- Waar is je visum?
Visum?
Dat bleek weer iets nieuws te zijn. Bolivia is kandidaat voor MercoSur, wat een soort Zuid-Amerikaanse versie van de EU zou moeten worden, maar daarvan is hier niets te merken. Bolivianen moeten nu opeens een visum hebben om Argentinië in te komen. Voor Chilenen, Brazilianen, Europeanen of Amerikanen geldt dat niet. Wat hield dat visum in? Dat Lilian weer helemaal terug moest lopen naar Villazon om daar een winkel te zoeken waar men een fotokopie kon laten maken van haar paspoort. Toen dat na een half uur was gebeurd, gaf ze haar paspoort met de kopie weer aan de Argentijnse commandant. Daarna moesten we weer wachten. Na twintig minuten zag ik dat el comandante het paspoort aan de man achter het loket gaf. Nu moesten we extra goed opletten, want om de zoveel tijd riep de douanier vanachter dat loket wat namen om. Degenen die buiten stonden te wachten moesten dus heel goed opletten en zich concentreren om die stem die van binnenuit kwam over het geroezemoes en straatgeluid heen te horen. Na weer een half uur was het dan zo ver. Waarvoor we een kopie moesten laten maken van het paspoort was ons een raadsel. Lilian had in haar paspoort gewoon exact hetzelfde stempeltje als ik, en de kopie zelf kregen we weer terug, zonder dat er iets mee was gedaan. Gewoon weer een pesterijtje van de Argentijnen tegenover Bolivianen. Maar goed, we konden dan eindelijk door.

Terwijl ik dit zit te overpeinzen in de rijdende bus, zie ik dat een van de chauffeurs het gordijntje weer ophangt. De man lijkt qua uiterlijk en mimiek sprekend op acteur Robert de Niro. Hij ziet me zitten en vraagt of zo alles in orde is. Ik loop het trapje af en zeg dat we hadden afgesproken dat hij zou regelen dat ik en mijn vrouw naast elkaar zouden zitten. Natuurlijk! Zeker! Geen probleem! Gaan we regelen! Roept hij. Ik ben benieuwd...

Volgende keer deel 3: de eerste controles in Argentinië.

Friday, January 20, 2006

De reis Tupiza - Buenos Aires (1)


We zijn weer thuis. Maar eerst ga ik nog het verhaal van de terugreis vertellen. Een lang verhaal, dus in meerdere delen.

Ziedend loop ik door de slingerende bus naar voren. Over het smalle gangpad, trap af, naar de bestuurdersruimte. De maat is vol! Ik ruk het gordijn open en wel zo hard dat het met roede en al op de grond valt. Wie heeft het hier gvd voor het zeggen? roep ik in het Spaans.

Over het algemeen ben ik een kalm persoon, niet driftig uitgevallen en niet snel boos. Dus vanwaar deze opwinding?

We bevinden ons in de bus van La Quiaca, de Argentijnse plaats aan de grens met Bolivia en Buenos Aires. De rit over ruim 1500 kilometer zal zo'n 27 uur (!) in beslag nemen. Vanochtend zijn we na twee uurtjes slaap om drie uur in de ochtend opgestaan om van Tupiza naar de grens te reizen. We waren er dus vroeg bij om een kaartje te kopen. Daarna tot half vier in de middag gewacht. De bus vertrok met vertraging. Op het busstation was het een chaos. Een uur staan wachten in de brandende zon met alle bagage, tussen het gekrioel van alle reizigers met hun koffers en tassen.

De busmaatschappij vertrok met meerdere wagens.Wij moesten bus 309 hebben, zo had een medewerker van de busmaatschappij op mijn kaartje geschreven. Maar toen we alle bagage hadden ingeladen (ook weer een chaotisch gedoe, met Argentijnse 'helpers' die ons voor het aanpakken van de bagage nog een ruime fooi afpersen (die je maar betaalt uit angst dat ze anders achter je rug de boel weer uitladen), en nadat we afscheid hadden genomen van de familie (een emotioneel afscheid natuurlijk, vooral voor Lilian, die zeker weet dat ze haar ouders minstens twee jaar weer niet zal zien), werd ons te kennen gegeven dat we de andere bus moesten hebben, nummer 306...

Die bus reed net weg. Wat nu? Al onze bagage was al ingeladen. We baanden ons een weg door de mensenmassa naar de kaartverkoop. Als we het niet erg vonden om niet naast elkaar te zitten, konden ze ons wel omboeken. Nou, dat vonden we dus eigenlijk wél erg. Voor een reis van een paar uur maakt het niet uit, maar als je 27 uur non-stop in de bus moet zitten, is het toch wel prettig als je bijvoorbeeld samen met je vrouw onder een deken kan zitten als het 's nachts koud wordt, in plaats van met een vreemde vent. Bovendien waren we niet voor niks zo gruwelijk vroeg ons bed uitgekomen, namelijk om als een van de eersten een kaartje te bemachtigen.

Na enig aandringen hadden ze toch nog twee plaatsen naast elkaar, maar dan wel helemaal achterin. Het was slikken of stikken, de andere bus was al weg en deze stond ook op het punt te vertrekken. We stapten in en liepen naar achteren, naar onze zitplaatsen. Daar aangekomen bleken deze plaatsen echter al bezet te zijn. Een indiaanse vrouw zat haar baby de borst te geven.
- Pardon, maar dit zijn onze plaatsen, zeiden we.
Nee hoor, wij hebben plaats 45 en 46, was het antwoord.
- Wij ook, zeiden Lilian en ik.
Er ontstond een discussie. Maar de mensen die daar op 'onze' stoelen zaten, bleven lekker zitten. De bus was ondertussen al weggereden. Door al het gedoe hadden we niet eens gezwaaid naar de familie, die buiten had staan wachten. Terwijl iedereen al geïnstalleerd was, stonden Lilian en ik nog steeds met onze handbagage in de hand in het gangpad van de slingerende bus... zonder zitplaats.

Dat was dus het moment dat ik kwaad naar voren liep. Twee uur geslapen, duur kaartje gekocht, de hele dag gewacht op de bus, afscheid verpest door alle toestanden, geen zitplaats en nog 27 uur voor de boeg. Dan mag je wel even boos worden.

De chauffeurs kijken me geschrokken aan. Mijn act maakt wel indruk. Er zijn nog twee losse zitplaatsen, verspreid over de bus. Maar daarmee neem ik geen genoegen.
- Hoe gaan we dit oplossen? vraag ik op dreigende toon.
Een van de twee chauffeurs bezweert me dat hij het zal regelen.
Straks komen we de andere bus tegen en dan zorg ik ervoor dat jullie kunnen overstappen, zegt hij.
- En de bagage dan?
Die laden we over.
- Zeker weten?
Ja, absoluut zeker weten, papito! Komt helemaal in orde, meneer! Zegt hij flemerig.

Ik ga naar mijn zitplaats, naast een lange Argentijn. We rijden door een prachtig berglandschap, maar ik zie er geen fluit van op deze manier. Lilian zit vele plaatsen achter me. De naam van de busmaatschappij is Balut. Als je dat op z'n Nederlands uitspreekt, is er een drieletterig woorde dat erop rijmt. Dat woord schiet me als eerste te binnen als ik de situatie wil omschrijven. De bagagerekken zitten al vol, dus ik zit met twee tassen tussen mijn voeten. Comfortabel is anders.

Thursday, January 12, 2006

Nieuwe foto´s

In map Tupiza2 op drivehq.com (jeronimo/qwertyui)
6/002 is `onze straat´ rond het middaguur. De auto van Freddy staat voor de deur. 6/003: Lilian bereidt een vegaburger (meegebracht uit NL), 6/005: in Tupiza zijn nog niet alle straten geplaveid; 4/008: deze straat is wel geplaveid, maar klijk eens wat een stof!; 006: ik met mijn grote vriend, het hondje Blitz die ´s nachts de winkel bewaakt; 010: het is ook voor mij een werkvakantie: hier heb ik net het bureau in de vernis gezet! 013: Alexis, Leonardo en Lilian in een ijssalon in Tupiza; 076: met Mike boven op het uitkijkpunt bij het Christusbeeld; 4/010: twee neefjes uit Cochabamba; 4/016 is een neefje uit Buenos Aires, hij zit achter de computer waar ik nu ook achtyer zit; 6/008, 4/003 en 4/005: er vertrekken weer een paar jeeps met toeristen die een 4-daagse toer door de bergen gaan maken. De laatste tijd loopt het storm, elke dag vertrekken er meerdere jeeps met elk 6 toeristen. Hier staat de gevel nog in de steigers. Op foto 6/001 het eindresultaat. De naam van het bedrijf komt er nog op. Plaatje 1879: een Zweeds stel reisde met hun zoontje. Leonardo kijkt wie er op zijn speelgoedauto zit.

Eten

Bolivia en Nederland zijn allebei landen van de gestampte pot, zonder subtiele culinaire hoogstandjes. Daar houden de overeenkomsten op. Het ontbijt is hier een ondergeschoven kindje. Het valt me op dat de meeste mensen hier niet direct na het opstaan iets eten. Eerst gaan ze van alles doen en dan eten drinken ze snel een glas warme melk, waarbij ze tussendoor wat op een broodje knabbelen. Het belangrijkste maal van de dag is het middagmaal (almuerzo). In Bolivia begint dat altijd met een groot bord soep. Voor iedereen is er een groot stuk vlees of een bot. Vervolgens wordt de segundo geserveerd. De hoofdmoot is veel vlees of kip. Daarnaast is er meestal rijst met een paar gekookte aardappels erin en wat stukjes tomaat. Gerechten met deegwaren worden meestal erg `nat´ opgediend. Het lijkt meer op een soort soep. Alles wordt op smaak gebracht met veel yajua, dat is een mengsel van Spaanse pepers en tomaten.

In een restaurant kun je er een biertje bij vragen. De kleinste hoeveelheid is altijd een literfles. Als je de enig bent die bierdrinkt, kun je er dus stevig tegenaan. Soms is er wijn, Die wordt dan geserveerd als cola: in een longdrinkglas, tot de nok gevuld. Het eten wordt net even anders klaargemaakt dan bij ons. Zelfs een gebakken ei ziet er heel anders uit. Met het vlees gaat men in onze ogen wat achteloos om. Meestal staat het ergens in een hoekje tussen de andere spullen. Voordat het in de pan gaat wordt het even afgespoeld onder de kraan.

De smaak van een Nederlander is over het algemeen denk ik toch mijlenver verwijderd van die van een Boliviaan. Ik zal nooit vergeten hoe Mike zijn vlees zat te ontleden. Kennelijk worden hier bepaalde ingewanden gegeten die in Nederland niet (meer) op het bord verschijnen. Of het eten warm is, lijkt voor de mensen hier meestal niet veel uit te maken. Soms gaan we ´s avonds een pizza eten. Dan vraagt Lilian er meestal één extra voor haar broer of zus. Die eten hem nooit meteen op. Meestal pas de volgende dag of nog later. In een restaurant wordt sowieso alles wat overblijft meegenomen.

Voor mij als vegetariër is het soms een beetje afzien. Het is onvermijdelijk om concessies te doen. Dus ik eet gewoon die soep die is getrokken van twee kippenpoten met nagels en alles er nog op en aan. Ik probeer niets te laten merken, maar dat ik dat met smaak eet... nee. Verder kan ik de hoeveelheid niet bijbenen. Na zo´n groot bord soep ben ik al bijna vol. Wordt er nog een soepbord met een enorme berg eten erop voor mijn neus gezet.

Het avondeten is meestal wat minder belangrijk. Hier in Tupiza is het middageten meestal al laat, meestal pas tegen een uur of drie, vier in de middag. ´s Avonds ben ik blij als ik voor tien uur heb gegeten. Er zijn twee dingen die ik lekker vind: api con pasteles en humintas. Api is een zoete, warme drank gemaakt van maïs. De pasteles die erbij worden geserveerd zijn een soort luchtige, zoete broodjes met poedersuiker. Humintas zijn hapjes gemaakt van gestampte mais. Dat wordt gebakken en geserveerd in een maisblad. Het is een hartig hapje. Erg lekker.

Tuesday, January 10, 2006

Valle Hermoso

Het familiebedrijf bestaat inmiddels zo´n vijftien jaar. Lilians moeder, doña Elena, moest al op jonge leeftijd meehelpen in het winkeltje van haar ouders. Toen haar moeder overleed, was ze twintig. Als oudste van acht kinderen droeg ze een grote verantwoordelijkheid. Haar jongste broertje was nog geen twee jaar oude. Doña Elena is voor zichzelf begonnen met een kleedje op de grond en vier paar schoenen die ze te koop aanbood. Korte tijd later had ze al een stand op de markt. Daarna opende ze met haar man de eerste vaste schoenenwinkel in Tupiza.

Later begonnen ze een eethuis. Momenteel hebben ze een winkel waarin ze drank, limonade, sigaretten en andere dingen verkopen. Hier is het altijd erg druk. Bovendien leveren ze als vaste `importeur´ van Coca Cola en Casa Real (sterke drank) in Tupiza aan alle kleinere winkels in de omgeving. Er zijn diverse op`slagplaatsen die tot aan de nok toe vol staan met kratten bier, limonade en sterke drank. In de vroege ochtend gaat Lilians vader op pad met een paar helpers om de bestellingen rond te brengen. De winkel is eigenlijk bijna dag en nacht open. Lilian zou graag zien dat haar moeder het wat rustiger aan zou doen, maar die wil daar niet veel van weten. Ook diep in de nacht bellen er mensen aan die bijvoorbeeld een fles bier willen kopen. Meestal worden ze nog geholpen ook, want Lilians moeder heeft er moeite mee om nee te verkopen.

Daarnaast is men dus zo´n 15 jaar geleden begonnen met Hostal Valle Hermoso. Het bedrijf biedt slaapzalen en kamers met eigen of gedeelde douche en wc. ´s Ochtends wordt er ontbijt geserveerd. Verder organiseert men paardrijtochten van twee uur tot vijf dagen en jeeptochten van vier dagen. De paarden en gidsen worden ingehuurd. Hetzelfde geldt voor de meeste jeeps met chauffeurs en koks.
Er is dus altijd heel veel te regelen en te coördineren. De kinderen hebben van jongs af aan meegeholpen. Ook nu, vanaf het moment van aankomst, zijn Lilian en haar broer en twee zussen aan het rennen en vliegen en organiseren.

Vanaf Oud en Nieuw wordt Tupiza overstroomd met jonge Argentijnse toeristen. Tegen het einde van de middag komen de bussen aan. Dan wordt het druk. Argentijnen zijn totaal anders dan Bolivianen. De Argentijnen zijn luidruchtig en druk. Gisteren waren er verder Australiërs, een Nieuw-Zeelander, een Duitser, twee Nederlanders, een groep Brazilianen en een aantal Amerikanen.

Sinds kort is er een tweede hostal geopend. De voorgevel van het `oude´ hostal is prachtig opgeknapt. Verder heeft men allerlei plannen om de zaak verder uit te breiden.

Monday, January 09, 2006

Nieuwe foto´s

De foto´s van gisteren staan op drivehq.com (jeronimo/qwertyui) in de map driekoningen. Wat plaatjes van het eten, de kermis en de paarden.

Fiesta de los reyes

Op 6 januari is het Driekoningen. Op die datum wordt in een dorpje aan de overkant van de rivier, genaamd Remedios, elk jaar feest gevierd. Er is een kermis met veel eet- en drinktentjes. In de middag zijn er de paardenrennen. Dit jaar duurt het feest tot zondag. Wij zijn met z´n allen gaan eten in dezelfde plaats als eerst, een half uurtje rijden buiten de stad. Ik heb de Landrcuiser bestuurd. Wederom een leuke rit door de bergen met een paar pittige beklimmingen en afdalingen plus twee keer door de rivier. De wegen zijn niet geplaveid. Leuk om te doen.

We brachten de auto weer terug, nadat we Lilians ouders hadden afgezet bij het feest. Zij gaan elk jaar even kijken. Elk jaar zeggen ze ook dat het vroeger veel leuker was. Lilian en ik zijn ook naar de kermis gegaan. Het is geen kermis zoals in Nederland, met allerlei elektrische attracties. De kleintjes zijn dolblij met een kleine draaimolen die met spierkracht wordt aangedreven. Jongeren spelen pool en tafelvoetbal in onder een dekzeil. Verder zijn er schiettenten, is er gelegenheid tot ballengooien en men kan het rad van fortuin laten draaien. Een man heeft twee kleine aapjes die kunstjes doen.

Het publiek heeft zich in grote getale verzameld rond de holle gravelweg waar de jongens gaan uitmaken wie het snelste is te paard. Het duurt lang en het publiek scandeert `¡hora! waarmee men wil zeggen dat het tijd is dat ze gaan beginnen. Een paar politieagenten proberen de mensen te bewegen om wat meer ruimte te maken. Dat lukt niet echt. Dan komt er een ruiter aan die vlak langts de mensen rijdt. Nu deinst men wel terug. Algehele hilariteit als er een jongen in galop op een ezel of muilzezel langsraast.

De politieagenten blazen op hun fluitjes. In de verte nadert een stofwolk. Een groep ruiters komt op volle snelheid voorbij. Jongens van een jaar of vijftien rijden zonder zadel of stijgbeugels. Het publiek kijkt opgetogen. Even later komen de grote jongens. Zij gaan nog harder. Met een hand houden ze zich vast terwijl ze met de andere hand de zweep hanteren. Het gaat erg hard. Stenen vliegen op. De mensen juichen. Canducho, die drie jaar geleden op onze bruiloft was, heeft gewonnen.

´s Avonds is er op het plein een concert. Dit is voor mij voorlopig het hoogtepunt van het verblijf in Tupiza. Verschillende groepen spelen muziek waarin men de lof zingt van dit stadje. Het lijkt een beetje op Spaanse muziek. Ritmische slaggitaar, drums, trommels en mooie solo´s op de akoestische gitaar. Meerstemmige zang. Jongeren beginnen spontaan te dansen. Een groepje Argentijnen danst op hun eigen manier, ook een beetje zoals ze in Spanje dansen, met veel handgeklap, sierlijke gebaren in de lucht en stampen met de voetjes. De Tupizeños kijken lachend toe en lieten daarna zien hoe zij het doen. Sommigen zwaaien met zakdoekjes. Een jong stel dringt naar voren en begint voor het podium te dansen. Na een rustig begin haalt de jongen halsbrekende toeren uit met zijn voeten. Meeslepende muziek om een uur ´s nachts op het plein, met ritmisch meeklappende en zingende mensen. Viva Tupiza carajo, zingt men. Leve Tupiza verdomme!

Friday, January 06, 2006

Evo Morales

De gekozen president (hij is nog niet geïnstalleerd) Evo Morales is momenteel bezig met een enorme reis langs vele landen over de hele wereld. Van `madre Joke´ hoorde ik dat hij zelfs in Nederland is geweest. Het is puur een charmeoffensief. Evo Morales is een man van het gewone volk. Meer dan zestig procent van de bevolking van Bolivia bestaat uit arme, ongeletterde indígenas. Met hun plooirok, kindje in een kleurige doek op de rug en hun hoedje op het hoofd vormen ze een dankbaar onderwerp voor fotografen. Ze lopen nog steeds in klederdracht, zoals Zeeuwse en Westfriese vrouwen honderd jaar geleden in Nederland. Deze mensen vormen hier de onderklasse, ongeveer zoals bij ons in de grote stad veel Turkse vrouwen met hun lange jurken en hoofddoeken. Het verschil is alleen dat in Bolivia juist die Indiaanse vrouwen en mannen de échte autochtonen zijn. Vaak zijn ze analfabeet en de meesten spreken slechts gebrekkig Spaans. In plaats daarvan spreken ze een van de oorspronkelijke talen van het land, Quechua, Aymara of een andere taal. Ze hebben nooit een stem gehad. Maar nu is daar dan Evo Morales. Hij is de man die voor hen opkomt.

Ook veel mensen uit de middenklasse (meestal mestiezen, dat wil zeggen van gemengd bloed, maar in elk geval mensen die de plooirok al een paar generaties achter zich hebben gelaten) hebben op Evo Morales gestemd dankzij zijn `populistische´ opvattingen. Evo stelt namelijk dat het maar eens uit moet zijn met de invloed van de Amerikanen en andere buitenlanders. Bolivia is grotendeels afhankelijk van gelden uit het buitenland. Die geldschieters maken daar gebruik van door allerlei voorwaarden te stellen. Evo zegt: basta. Wel samenwerking, maar geen chantage. En als dat betekent dat bepaalde landen of bedrijven niet meer in Bolivia willen investeren, dan is dat jammer. Dan maar niet. Geen uitverkoop meer.

Het steekt bijvoorbeeld dat alle gaswinningsbedrijven in handen van Chilenen zijn, terwijl de Bolivianen zich blauw betalen aan de benzinepomp. Verder wil Washington alleen investeren als Bolivia meedoet met de `War On Drugs´ en alle cocavelden platbrandt. Maar het verbouwen van coca is voor veel arme boeren de enige manier om te overleven. Andere gewassen gedijen niet of de prijs van de vruchten op de wereldmarkt is dusdanig laag dat er geen droog brood aan te verdienen valt.

Evo zegt zelf dat hij `diabolisado´ is door zijn tegenstanders, gedemoniseerd dus. Daarom is hij nu bezig met het geruststellen van de wereld. Zijn eerste maatregel was het salaris van de president halveren, tegelijk met dat van alle parlementariërs. Verder blijft hij gewoon zichzelf. Hij droeg vroeger nooit een pak, dus nu ook niet. Ik vond het wel `cool´ om hem op tv de hand van koning Juan Carlos van Spanje te zien drukken met zijn gewone alledaagse slobbertrui aan. Denigrerende opmerkingen dat hij `maar´ een cocaboertje is, zijn een beetje flauw. Alsof de geleerde heren vóór hem het zo goed hebben gedaan! Tegen de voorheen afgezette president `Goni´ loopt momenteel een strafrechtelijk onderzoek wegens corruptie en financiële malversaties. Hij is wijselijk gevlucht naar zijn tweede vaderland de VS. De mensen zijn dat soort lui een beetje zat. Evo voelt dat goed aan en doet zichzelf niet groter voor dan hij is. In een verkiezingsdebat moesten alle sprekers hun beroep opgeven. De een was doctor, de ander jurist, de volgende econoom. Evo had ingevuld: `trompettist´.

We moeten afwachten wat het wordt, maar ik gun hem het voordeel van de twijfel. Tot nu toe doet hij het uitstekend.

Thursday, January 05, 2006

Dokter Bibber

Het is een beetje de vakantie van de lichamelijke ongemakken voor mij. In Brazilië was er nog niets aan de hand, behalve dat ik aan het strand mijn kop verbrandde. In Tarija kreeg ik diarree. Dat werd beter, maar bleef toch een beetje doorzeuren. In Tupiza had ik de eerste twee dagen last van moeheid en slapte, waarschijnlijk door de hoogte. Misschien ook een beetje kou gevat toen ik op de hoogvlakte in het moeras wegzakte. Na die twee dagen voelde ik me goed. Helaas gaf die fles drank tijdens het concert me weer een zetje in de verkeerde richting. Een futloos en grieperig gevoel. Op 2 januari ging het net weer wat beter, maar de volgende dag was ik snotverkouden. Met een schrale, rode neus van het snuiten liep ik rond. De dag daarop (gisteren) stond ik weer monter op, maar in de loop van de dag kreeg ik het steeds vaker warm en koud: Koorts. En dat terwijl ik in 2005 bijna niet ziek ben geweest.

Waar het aan ligt? Misschien aan het wisselvallige weer hier. Het is anders dan 3 jaar geleden. Elke dag wisselen zon en wolken met regenbuien elkaar af. Als de zon schijnt is het meteen heet. Maar de regen brengt kou met zich mee. Verder laat het regenwater als het is opgedroogd in de straten veel stof achter. Elke auto die langsrijdt wordt gevolgd door een enorme stofwolk. Tel daarbij op de hoogte van 3000 meter, die ik veel meer dan vroeger voel, en daar heb je denk ik de verklaring voor de ongesteldheden die me achtervolgen.

De Bolivianen hebben echter een andere verklaring. Gisteren ben ik naar de dokter geweest. Je kunt wel bij een van de vele `farmacias´ (drogisterij/apotheek) iets halen, maar die hebben er minder verstand van dan een echte dokter. Het verschijnsel huisarts ken men hier natuurlijk niet. Evenmin bellen tussen 7 en 9 om een afspraak te maken voor later in de week. Je stapt hier gewoon naar binnen bij de dokter. Hij zat in de wachtkamer te kletsen met zijn buurman, de tandarts. Even de koorts opnemen, tong uitsteken, diep ademhalen, luisteren met de stetoscoop en klaar. Dat is dan 20 bolivianos (2 euro).

Hoestdrankje, pilletjes slikken en niet douchen. `Heb je gedoucht dan?´ vroeg Freddy. `Ja, hij doucht elke dag!´ zei Lilian. Ja, dan was het natuurlijk zo klaar als een klontje! Je moet niet douchen! Daar wordt je verkouden van, dat is nogal logisch... De verdere dag heb ik maar even rustig aan gedaan op mijn kamer. Gelukkig begon het te regenen, dus ik had niet het gevoel dat ik veel miste. In opdracht van Lilian kwam de helper van mijn schoonvader een gloednieuwe kleurentelevisie op mijn kamer installeren. Daarvan hebben ze er een aantal gekocht voor het nieuwe hostal.

Vandaag gaat het wel weer. Maar nog steeds een beetje slapjes. Hopelijk is dat morgen eindelijk weer eens weg, want ik word er een beetje moe van. Verder ga ik zo veel mogelijk gewoon door met dingen die ik anders ook zou doen. Het is voor het eerst sinds een week onbewolkt. De lucht is hier dan niet gewoon lichtblauw, maar echt heet donker, diep, blauw. De rode bergen steken er prachtig tegen af.

Tuesday, January 03, 2006

Oud en nieuw in Tupiza, Bolivia


Op oudejaarsavond zijn we met z´n allen uit eten gegaan. Even van tevoren was het gaan regenen. De regen bracht kou met zich mee. Niet zo koud als in Nederland natuurlijk, maar voor plaatselijke begrippen behoorlijk fris. Ik had het gewoon koud! Na middernacht gingen we naar het plein. Normaal is het hier een groot feest, met veel ruiters met poncho´s en traditionele dansen. Maar nu regende het en het was koud. Er liepen wel veel mensen, maar veel minder dan gebruikelijk. Twee lange meiden huppelden als gekken mee tussen de Bolivianen. Ja hoor, Nederlanders...

De volgende dag was het beter weer. We waren uitgenodigd bij oom Hernán. Als de zon schijnt is het meteen warm. We zaten in de patio in de schaduw. De neefjes waren boven aan het oefenen met de elektrische gitaar, de nichtjes zaten met z´n allen in een andere kamer, de kleintjes deden computerspelletjes en de broers en zussen haalden beneden herinneringen op. Sommigen hebben elkaar al 11 jaar niet gezien, en dat ze met z´n allen bijelkaar waren is nog veel langer geleden. Er zijn acht broers en zussen. Alleen de oudste broer, die slecht ter been is, kon er niet bij zijn. Hem hebben ze later met zijn allen opgezocht in het dorpje waar hij woont, zo´n 20 kilometer verderop. Er waren oude foto´s waar Lilian op staat toen ze twee jaar oud was.

Mike en Michel kregen als cadeau een beker met dobbelstenen. We leerden een Boliviaans dobbelspel, een soort Yahtzee. Lilian had voor iedereen een paar delfsblauwe klompjes en een verjaardagskalender (een onbekend fenomeen in Bolivia). Een gezellige dag.

De foto´s zijn te vinden in de map `Nieuwjaarsdag´ op drivehq.com.

Belevenissen

Twee losse belevenissen die ik dacht ik nog niet heb opgeschreven:

1. Best wel diep
In Tarija nam neef Ronald ons mee naar het zwembad. We parkeerden de auto en kochten de kaartjes. Ik was me in het kleedhokje aan het omkleden toen Ronald me riep.
-`Kom maar naar buiten!´
`Wat is er aan de hand?´
-`Kijk maar eens goed naar het zwembad´ zei hij.
Ik keek nog eens goed en wat zag ik? Het zwembad was zo´n twee meter diep, maar er zat maar 20 cm water in! Toch waren er een paar Bolivianen aan het pootjebaden, je zag ze pas als je dichtbij kwam omdat ze diep beneden op de bodem zaten. De vrouw aan de kassa had niks gezegd. Morrend gaf ze het geld terug. `Het water is best wel diep´ zei ze nog.

2. Vreemde vogel
Ik zat achter de computer in de agencia, de open ruimte waar de toers worden geregeld. Verder was er niemand. Buiten is het altijd druk, er lopen veel mensen voorbij. Soms passeert er een vrouw die zelfgemaakte hapjes wil slijten. Jongetjes die ijs verkopen hebben meestal een toetertje bij zich om de aandacht te trekken. Zo´n ding met een knijpbal. Dus toen er een man in de ingang bleef staan, begeleid door een hoog piepend geluid, dacht ik dat hij ijs of iets dergelijks verkocht. Wel een vreemd geluid. Hij kwam binnen, beleefd groetend zoals hier gebruikelijk is, en vroeg: `Wilt u een vogel kopen?´
`Que?´
`Een vogel. Het is een hele mooie grote, ik maak een goede prijs!´
Hij kwam dichterbij en opende de boodschappentas die hij droeg. In die tas zat een grote zwarte vogel. Dát was dat piepende geluid. Het was gek omdat je totaal niet verwacht dat iemand een grote zwarte vogel meedraagt in eeen boodschappentas. Achteraf vraag ik me af of die vogel bedoeld was voor consumptie of om te houden als huisdier. Ik heb hem niet gekocht.

Monday, January 02, 2006

Peña folkloristica


Overal in Tupiza hangen posters van een muziekgroep uit Tarija. Ze spelen folkloristische muziek uit deze streek, het zuiden van Bolivia. 29 december in de Akropolis: una peña folkloristica. Dit soort muziek is hier populair bij jong en oud. Met Lilian, Mike en Michel ga ik er naartoe. Het begint om middernacht. Voor 100 bolivianos kun je een tafel voor vier personen reserveren. Bij de prijs inbegrepen: een liter Casa Real en een grote fles Sprite. Casa Real is `singani´, een soort gin. Als je dat mengt met citroenlimonade, wordt het een `chuflay´.

We hebben een goede tafel. De zaal is uitverkocht. Een groep dansers komt de zaal in. Twee aan twee: jongetje - meisje. Mooi uitgedost in traditionele kledij. Ze voeren enkele sierlijke dansen uit. Het publiek klapt enthousiast mee. Mike, Michel en ik zijn de enige buitenlanders, voor de rest is de zaal gevuld met Bolivianen. Ik meng de eerste chuflays. Lilian drinkt geen alcohol, dus die houdt het bij limonade zonder tik. Het smaakt best.

Dans en muziek wisselen elkaar af. Het publiek weet de voorstelling goed te waarderen. Af en toe springen er een paar Bolivianen op van hun tafeltje om mee te dansen. Wij hebben het ook goed naar ons zin. Op het laatst komt de groep uit Tarija het podium op. Vier mannen met gitaren die meerstemmig zingen. Het klinkt goed. De stemming is opperbest. Na een tijdje staan er acht mannen op het podium. Net waren het er nog vier. Maakt niet uit. We hebben het naar ons zin!

Volgende morgen, tien uur. Met een droge mond, een slap gevoel in de benen en het idee dat mijn hoofd in een bankschroef zit word ik wakker. De singani van gisteren! Lilian staat op om de zaal voor het feest te versieren. Ik wil opstaan, maar blijf bij nader inzien toch nog maar even liggen. Als ik twee uur later nog wat wankel over de galerij naar de kamer van Mike en Michel loop, ruik ik dat ze in de keuken al bezig zijn met het middageten. Soep en een hoofdgerecht met veel vet en vlees. Ik krijg een wee gevoel in mijn maag. Mike en Michel zijn er niet veel beter aan toe. Om niet mee te hoeven eten gaan we naar buiten. Op het plein zitten we op een bankje in de schaduw. Om een lang verhaal kort te maken: de singani laten we voortaan over aan de Bolivianen. Die fles is helemaal op gegaan. De hele volgende dag hebben we ons beroerd gevoeld! Ik drink geen druppel meer van dat spul!

Vóór deze avond voelde ik me net weer lekker, maar hierna heb ik weer een paar dagen rondgelopen met een grieperig gevoel en buikproblemen. Gelukkig ben ik op het moment van schrijven (2 januari), weer grotendeels de oude. Er zijn weer nieuwe foto´s op drivehq.com, zie de map Tupiza1 (adres en wachtwoord qwertyui in een van de vorige posts). Op foto 2035 en 2036 zie je ons nog vrolijk inschenken, de fles drank is inmiddels al half leeg. Op dat moment hadden we er geen idee van wat een kater we zouden krijgen. Foto´s 1910 - 1927: een optocht op het plein, in de traditionele kleding van Tupiza. Plaatje 1902-1907, het rondbrengen van de uitnodigingen voor het feest van Alexis in de Landcruiser. 1895 en 1896: voor de laatste keer passen bij de kleermaker, don Hugo.

Sunday, January 01, 2006

Het feest voor de 15-jarige

Volgens de uitnodiging zal het om 19.00 uur beginnen. Lilian is de hele dag bezig geweest om ballonnen op te blazen, de zaal te versieren, de obers te instrueren, enz. Het servies is gehuurd, de stoelen en tafels moeten uit het hotel komen, de DJ installeert zijn geluidsapparatuur. Er is veel te doen. Michel en Mike zijn gearriveerd. Wegens de `night before´ hebben we deze dag nauwelijks gegeten (verslag volgt). Maar nu krijgen we trek. Om 21.00 zal het buffet beginnen.

Dat alles hier altijd wat later begint dan aangekondigd, weet ik inmiddels. Dus om 19.00 uur maak ik me nog niet druk. Er zijn twee schoenpoetsertjes gearriveerd. Hele kleine, brutale ventjes. Met gevoel voor theater lapt een van hen mijn schoenen op. Even later zit ik in onze kamer. De diverse familieleden lopen heen en weer over de gallerij, roepen van beneden naar boven en andersom. Een drukte van belang. Ik lig lekker even uit rusten op het bed. Nog maar even wachten met omkleden. Dat is in twee minuten gebeurd als het moet. Ik loop naar de kamer van Michel en Mike. Die hebben zich al opgedoft, maar liggen, bij gebrek aan stoelen, ook op bed te wachten. Een uur verstrijkt. De drukte en het geroep houden aan. Geen idee wat ze allemaal aan het doen zijn. `We gaan!´ hoor ik een paar keer roepen, maar dat zeiden ze een uur geleden ook al. Ik hoor beneden ook de stem van Alexia, de ster van het feest. Zolang zij nog hier is, kunnen wij nooit te laat zijn.

Om negen uur neem ik weer eens een kijkje buiten. Ik zie een aantal ooms en tantes met hun pak aan naar beneden lopen. Het lijkt erop dat we nu echt gaan vertrekken. Het wordt stil buiten. Ik kleed me snel om. Vijf minuten later staan Mike, Michel en ik keurig aangekleed buiten. Waar is Lilian eigenlijk? O, die zit bij de kapper, zegt haar zus. Na enig wachten loop ik er naartoe. Dat gaat nog even duren, constateer ik na aankomst. De kapper is nog niet klaar en Lilian moet zich daarna nog omkleden en het cadautje inpakken. Neef Ronald komt aangelopen in zijn korte broek. Ook nog niet omgekleed dus. Hij leent me een das. We gaan maar weer naar boven, om in de kamer te wachten.

Heb ik me tóch nog vergist. Ik dacht twee uur na de aangekondigde aanvangstijd van het feest nu toch echt de laatste te zijn, maar niets is minder waar. Lilian kleedt zich om. Ik lig op bed. Lilian is bijna klaar als er een hels onweer losbarst. Zo intens als dit maak je het alleen mee in de bergen. De donder weerkaatst tegen de rotsen. De bliksem is ontzettend fel en heeft vreemde vormen, soms een enorme, ronddraaiende bol, soms een bliksemschicht die uiteenvalt in duizenden stukjes. Tegelijkertijd begint het ontzettend hard te regenen. Het licht valt af en toe even uit. De straat is veranderd in een kolkende rivier. Lilian gaat even buiten kijken, maar zodra ze de deur opent klinkt er een felle flits gevolgd door een verschrikkelijke knal. Geschrokken doet ze de deur weer dicht. Het onweer hangt precies in de vallei. We zullen moeten wachten tot de regen wat minder wordt.

Tegen middernacht arriveren we dan eindelijk op het feest. Het is nog niet begonnen. In het ene zaaltje zitten de familieleden aan de tafeltjes. In de andere zaal zitten de vriendjes en vriendinnetjes van de 15-jarige. Na een tijdje wordt het eten binnengebracht. Mike, en vooral Michel hebben een enorme honger. Maar het buffet ligt er voorlopig nog onaangeroerd bij. De avond wordt geopend als Alexis aan de arm van haar opa naar binnen schrijdt. Ze heeft een mooie jurk aan. Iedereen staat erom heen en klapt. Vervolgens de eerste wals. De DJ kondigt aan dat ook tío Jeroen uit Holanda aan de beurt is. Ook Mike en Michel moeten eraan geloven.

Vervolgens, zo tegen half twee ´s nachts kunnen we dan het eten opscheppen. Daarna het volgende ritueel: de brindis, waarbij de 15-jarige proost met alle aanwezigen. De familie staat eromheen. Wij staan dus ook weer in het zonnetje, terwijl alle andere genodigden toekijken. Nu moet er worden gedanst op de cumbia. In Nederland ben ik met mijn 1,81 meter bepaald niet de langste, maar hier steek ik overal bovenuit. De 15-jarigen (waarvan de meisjes, opgemaakt als ze zijn, eerder 20 lijken) kijken nieuwsgierig naar de gringo. Na alle plichtplegingen met de familie is Alexis het stralende middelpunt tussen al haar uitgelaten vriendjes en vriendinnetjes.

Omdat ik niet helemaal lekker ben, heb ik me al voorgenomen om het niet ál te laat te maken. Dus op een gegeven moment piep ik ertussenuit. Het is vijf minuten lopen naar huis. De straten zijn door de regen veranderd in modderpoelen. Om half drie lig ik in bed. De rest gaat door tot een uur of vijf.

Beste wensen uit Bolivia

Vijf uur later dan in Nederland is ook hier het nieuwe jaar begonnen. De beste wensen! Ik heb wat achterstand opgelopen in de verslaggeving. Hoop ik binnenkort te kunnen inhalen!