Friday, January 20, 2006

De reis Tupiza - Buenos Aires (1)


We zijn weer thuis. Maar eerst ga ik nog het verhaal van de terugreis vertellen. Een lang verhaal, dus in meerdere delen.

Ziedend loop ik door de slingerende bus naar voren. Over het smalle gangpad, trap af, naar de bestuurdersruimte. De maat is vol! Ik ruk het gordijn open en wel zo hard dat het met roede en al op de grond valt. Wie heeft het hier gvd voor het zeggen? roep ik in het Spaans.

Over het algemeen ben ik een kalm persoon, niet driftig uitgevallen en niet snel boos. Dus vanwaar deze opwinding?

We bevinden ons in de bus van La Quiaca, de Argentijnse plaats aan de grens met Bolivia en Buenos Aires. De rit over ruim 1500 kilometer zal zo'n 27 uur (!) in beslag nemen. Vanochtend zijn we na twee uurtjes slaap om drie uur in de ochtend opgestaan om van Tupiza naar de grens te reizen. We waren er dus vroeg bij om een kaartje te kopen. Daarna tot half vier in de middag gewacht. De bus vertrok met vertraging. Op het busstation was het een chaos. Een uur staan wachten in de brandende zon met alle bagage, tussen het gekrioel van alle reizigers met hun koffers en tassen.

De busmaatschappij vertrok met meerdere wagens.Wij moesten bus 309 hebben, zo had een medewerker van de busmaatschappij op mijn kaartje geschreven. Maar toen we alle bagage hadden ingeladen (ook weer een chaotisch gedoe, met Argentijnse 'helpers' die ons voor het aanpakken van de bagage nog een ruime fooi afpersen (die je maar betaalt uit angst dat ze anders achter je rug de boel weer uitladen), en nadat we afscheid hadden genomen van de familie (een emotioneel afscheid natuurlijk, vooral voor Lilian, die zeker weet dat ze haar ouders minstens twee jaar weer niet zal zien), werd ons te kennen gegeven dat we de andere bus moesten hebben, nummer 306...

Die bus reed net weg. Wat nu? Al onze bagage was al ingeladen. We baanden ons een weg door de mensenmassa naar de kaartverkoop. Als we het niet erg vonden om niet naast elkaar te zitten, konden ze ons wel omboeken. Nou, dat vonden we dus eigenlijk wél erg. Voor een reis van een paar uur maakt het niet uit, maar als je 27 uur non-stop in de bus moet zitten, is het toch wel prettig als je bijvoorbeeld samen met je vrouw onder een deken kan zitten als het 's nachts koud wordt, in plaats van met een vreemde vent. Bovendien waren we niet voor niks zo gruwelijk vroeg ons bed uitgekomen, namelijk om als een van de eersten een kaartje te bemachtigen.

Na enig aandringen hadden ze toch nog twee plaatsen naast elkaar, maar dan wel helemaal achterin. Het was slikken of stikken, de andere bus was al weg en deze stond ook op het punt te vertrekken. We stapten in en liepen naar achteren, naar onze zitplaatsen. Daar aangekomen bleken deze plaatsen echter al bezet te zijn. Een indiaanse vrouw zat haar baby de borst te geven.
- Pardon, maar dit zijn onze plaatsen, zeiden we.
Nee hoor, wij hebben plaats 45 en 46, was het antwoord.
- Wij ook, zeiden Lilian en ik.
Er ontstond een discussie. Maar de mensen die daar op 'onze' stoelen zaten, bleven lekker zitten. De bus was ondertussen al weggereden. Door al het gedoe hadden we niet eens gezwaaid naar de familie, die buiten had staan wachten. Terwijl iedereen al geïnstalleerd was, stonden Lilian en ik nog steeds met onze handbagage in de hand in het gangpad van de slingerende bus... zonder zitplaats.

Dat was dus het moment dat ik kwaad naar voren liep. Twee uur geslapen, duur kaartje gekocht, de hele dag gewacht op de bus, afscheid verpest door alle toestanden, geen zitplaats en nog 27 uur voor de boeg. Dan mag je wel even boos worden.

De chauffeurs kijken me geschrokken aan. Mijn act maakt wel indruk. Er zijn nog twee losse zitplaatsen, verspreid over de bus. Maar daarmee neem ik geen genoegen.
- Hoe gaan we dit oplossen? vraag ik op dreigende toon.
Een van de twee chauffeurs bezweert me dat hij het zal regelen.
Straks komen we de andere bus tegen en dan zorg ik ervoor dat jullie kunnen overstappen, zegt hij.
- En de bagage dan?
Die laden we over.
- Zeker weten?
Ja, absoluut zeker weten, papito! Komt helemaal in orde, meneer! Zegt hij flemerig.

Ik ga naar mijn zitplaats, naast een lange Argentijn. We rijden door een prachtig berglandschap, maar ik zie er geen fluit van op deze manier. Lilian zit vele plaatsen achter me. De naam van de busmaatschappij is Balut. Als je dat op z'n Nederlands uitspreekt, is er een drieletterig woorde dat erop rijmt. Dat woord schiet me als eerste te binnen als ik de situatie wil omschrijven. De bagagerekken zitten al vol, dus ik zit met twee tassen tussen mijn voeten. Comfortabel is anders.

1 Comments:

At 4:53 PM, Blogger jeroen said...

Hallo Bert, voor haar reuma maakt het niet zo veel uit waar ze is. Volgens mij heeft de temperatuur geen invloed. Daar had ze soms wat meer last, soms wat minder, net als hier.

 

Post a Comment

<< Home