Monday, December 31, 2007

Plaatjes

In Argentinië kon ik geen computer vinden met een USB-poort. Kon dus geen foto's plaatsen. Hierbij alsnog een paar plaatjes van Salta:

Het centrale plein is vernoemd naar de datum van de onafhankelijkheid, 9 juli:


In het midden staat een standbeeld van generaal Linares:


Een van de winkelstraten:


Terrasjes:


Mijn bus naar La Quiaca:


De grens met Bolivia:


Vanaf hier is het nog een aardig eindje rijden naar de meest zuidelijke plaats van Argentinië, ongeveer net zo ver als van Rotterdam naar Moskou en weer terug!

Te paard

Bolivia is ongeveer 36 keer zo groot als Nederland. De republiek is verdeeld in departementen, die weer zijn verdeeld in provincies. Tupiza is de hoofdstad van de provincie Sud Chichas. Het is een stadje van ongeveer 30.000 inwoners in totaal. Dat is inclusief de vele dorpen en gehuchten in de omgeving. Aangezien Tupiza een centrumfunctie vervult, is het een levendig stadje. Veel mensen komen hier om dingen te kopen of te verkopen op de markt. Na jaren van slapte begint de laatste tijd de mijnbouw weer op te leven. In Tupiza zie je veel winkels met spullen voor mijnwerkers, zoals houwelen, dynamiet en lampen. Verder worden er in de vallei veel gewassen verbouwd. Tot slot verdient menigeen hier een centje aan het toerisme. Hele groepen rugzaktoeristen komen hier langs. De belangrijkste attracties zijn de vierdaagse tochten naar het zoutmeer van Uyuni en de paardrijtochten in de omgeving.



Onlangs heb ik zelf een kort tochtje te paard gemaakt, samen met twee jonge Australische toeristen, broer en zus. Vanuit het familebedrijf Valle Hermoso worden deze tochten georganiseerd. Eerlijk gezegd voel ik met beter thuis op een motor van 150 pk dan op zo'n beest van 1 pk. In het begin is het wel spannend. De Australiers hadden nog nooit gereden, dus we begonnen rustig, in wandeltempo. Mijn paard was waarschijnlijk de leider, hij ging voorop lopen en de rest volgde. Buiten Tupiza ligt een uitgestrekt landschap met veel cactussen en grillige rode bergen. Het is net het decor van een cowboyfilm. Na enige tijd bereikten we La puerta del diablo, de poort van de duivel. Even verderop is de Valle de los machos, de 'vallei van de stoere mannen'.

Je kunt wel zien waarom het hier zo heet, vroeg ik aan Michael de Australier, wijzend op de enorm hoge zuilen van rotsen, die als metershoge fallusen omhoog stonden. Hij zag het niet direct, maar zijn zus wel. Ik vond het nu wel tijd om mijn paardje eens de sporen te geven. Gewoon met je hakken in zijn buik porren en hoppa, hij ging over in gestrekte draf. Het gaat wat sneller, maar het is op den duur wel erg ongemakkelijk. Je krijgt er een enorm beurse kont van. Hoe doen ervaren ruiters dat? Hebben ze eelt op hun achterste of is het een kwestie van techniek? Vermoedelijk een combinatie van beide.



Ik trapte wat harder en sloeg met mijn petje zo hard als ik kon op de kont van het paard. En jawel, hij ging over in galop. Dat gaat lekker hard en het lijkt alsof je in een oude Citroën rijdt, zo comfortabel. Al snel kwamen we aan bij de Cañon del Inca. Het is een kloof in de bergen die steeds nauwer wordt. Aan het einde komt wat water uit de bergen gestroomd. De paarden kunnen hier wat drinken en de rijders kijken wat rond. We ontmoetten hier een paar andere groepen. Op de terugweg weer een stukje in galop. Omdat de rest wat achterbleef, kon ik wat oefenen met sturen, remmen en dat soort dingen. Soms doet het paard wel wat ik wil, maar meestal niet. Mijn paard was soms erg eigenwijs en deed gewoon zijn eigen zin. Het is toch wel een kunst. Tupiza kent een rijke ruitertraditie, dus misschien ga ik later deze week nog wat verder oefenen.

Thuiskomen

We zijn weer terug in Tupiza. De terugreis verliep voorspoedig. Ik zat bovenin de bus op de eerste rij, boven de chauffeur, dus met een panoramisch uitzicht op de bergen. Voor het laatste deel van het traject, vanaf de grens bij Villazon tot Tupiza, had ik nog geen kaartje. Maar ik had het geluk dat de laatste bus net stond te wachten. Hij was vol, dus ik kon geen kaartje meer kopen. Gelukkig is dat in Bolivia geen probleem, na een praatje met de chauffeur mocht ik gewoon instappen. Wel zonder zitplaats. Het zijn maar 90 kilometers, maar deze gaan wel over ongeasfalteerde wegen in het hooggebergte. Het lijkt wel een etappe van de ralley Parijs-Dakar. Een vriendelijke passagier bood me een kistje aan om op te zitten. Ik had ongeveer 40 centimeter ruimte en ik werd alle kanten op geschud, maar voor ruim twee uurtjes was dat nog wel vol te houden. Bij het uitstappen contant betalen aan de chauffeur, dat is een extra zakcentje voor hem.

Fijn om weer terug te zijn. Het is gewoon een beetje thuiskomen. Inmiddels is er nog een oom van Lilian aangekomen. Hij is professor aan de universiteit van Tarija. Het is heel gezellig. Salta was leuk, maar eigenlijk is het een stad om óf samen met je meisje naartoe te gaan, ´s avonds met 200 andere stelletjes hand in hand over het plein flaneren of zoenen op een bankje, óf om als vrijgezel naartoe te gaan, met ´s nachts in de disco aan elke vinger twee prachtige meisjes. Verder ben ik gewoon niet meer gewend om alleen te reizen. Lilian en ik hebben de laatste zeven jaar samen aardig wat nieuwe plaatsen gezien. Ik miste haar! Vanaf nu gaan we weer lekker samen reizen.

P.S. Hieronder nog een oud bericht dat ik wel had klaargezet, maar was vergeten om erop te zetten.

Saturday, December 29, 2007

Salta la linda

Salta is een bruisende stad. Het is 28 graden, de lucht is blauw, de terrasjes op het plein zitten afgeladen vol, in de winkelstraten kun je over de hoofden lopen. Mensen begroeten elkaar, praten lachend met veel gebaren. Overal mooie meiden en opwaaiende zomerjurken. Het plein is omringd met mooie koloniale gebouwen.

Het leven is hier goed. Je hoeft nooit zelf je schoenen te poetsen, dat laat je doen voor twee pesos terwijl je een espresso drinkt op het terras. Een andere man verkoopt de krant van vandaag. Je hoeft je stoel niet uit. Het plein zit vol levensgenieters.

Uiteraard heeft de medaille ook een andere kant. Eentje die een toerist die hier voor het eerst is, verrukt als hij is door al dat moois, misschien over het hoofd ziet. Het leven is hier heerlijk, als je geld hebt. Allerlei diensten worden voor bijna niks aangeboden. Maar die ouden van dagen die de hele dag de terrassen langssloffen voor een aalmoes doen dat natuurlijk niet voor hun lol. Net zo min als de kinderen die de hele dag op hun knieen schoenen zitten te poetsen van dikke mannen die een sigaar roken. Zij doen dit om te overleven.

In de buitenwijken, niet eens zo ver van het mooie plein, is de realiteit goed zichtbaar. Overal tralies. Er is veel criminaliteit. Hier wonen de zwoegers. Oom Freddy en tante Lourdes zijn op jonge leeftijd naar Buenos Aires vertrokken omdat de Argentijnse peso veel meer waard was dan de Boliviaanse munt. Maar het leven daar is geen lolletje. Freddy vertrouwde me toe dat hij als timmerman 8 pesos per uur verdient. Hij moet 's ochtends om vijf uur opstaan om twee uur in een overvolle trein te zitten. Om negen uur in de avond is hij weer thuis. Vorig jaar kreeg hij een mes tegen zijn keel toen hij 's morgens op de bus stond te wachten. Een meisje dat haar mobiel niet snel genoeg afgaf, werd doodgestoken.

De vele Bolivianen worden in Argentinië vaak als tweederangs burgers behandeld. Naar aanleiding van een roofmoord op een 39-jarige vrouw was er gisteren in de hoofdstad een protestmars. De Bolivianen beschuldigen de politie ervan laks te zijn als het slachtoffer van Boliviaanse afkomst is. De commissaris ontkent dit. Hij wijt de zaken aan de algemene geweldsgolf die de buitenwijken van Buenos Aires overspoelt. Oom en tante moeten altijd regelen dat er iemand in huis is als ze weg zijn. Anders wordt de boel leeggehaald. Oom Freddy wil graag een handeltje aan huis beginnen zodat hij straks het zware bestaan als timmerman kan opgeven, maar hij durft niet. Hij is bang om zijn huis af te bouwen. Vanaf de straat ziet het er niet uit. Maar als hij het opknapt, denken de boeven dat er iets te halen valt. Ze dringen zo binnen en dan mogen de bewoners hopen dat ze het er levend vanaf brengen.

De hoop van oom en tante is gevestigd op hun dochter. Hij werkt om haar studiegeld te kunnen betalen. Zij krijgt de kans die haar ouders nooit hebben gehad. Het meisje voelt de druk.

Dit alles is de keerzijde van de stralende indruk die het plein maakt. Dit gezegd hebbend, ga ik er zelf nog even lekker van genieten. Het is zes uur in de middag. De mensen gaan de straat weer op na hun siësta. Het leven begint hiers avonds pas, als de felle zon onder is. Om een uur 's nachts zitten de restaurants bomvol. Het centrum is superveilig, overal zie je politie en er hangen camera's. Salta la linda, zeggen ze hier: het mooie Salta. En zo is het.

Friday, December 28, 2007

Groeten uit Salta

Een minivakantie in een vakantie: sinds gisteren ben ik in Salta, een mooie stad in het noorden van Argentinie. Veel verhalen over gehoord, en nu ik toch in de buurt was, wilde ik er even gaan kijken. Het was maar 12 uur reizen van Tupiza. Lilian is bij haar ouders gebleven. Ze vond het geen enkel probleem dat ik er even een paar daagjes tussenuit knijp. Overmorgen ga ik weer terug om Oud en Nieuw te vieren in Tupiza met de familie!

Tuesday, December 25, 2007

Weerzien met de familie

Uiteraard was Lilian heel blij om haar ouders en broer weer te zien. We betrokken een kamer in het hotel van de familie, Heel veel tijd om bij te praten was er niet, want er stonden drommen mensen te wachten om bier en limonade te kopen van de winkel van Lilians ouders. De volgende dag was het zondag. Dat is het enige moment in de week dat de winkel heel even dichtgaat, als de familie tussen de middag buiten de deur gaat eten. Ze hebben een grote Toyota Landcruiser. Ik mocht hem besturen naar een eetlokaal in een buitwenwijk. Hier worden traditionele Boliviaanse gerechten geserveerd. Toeristen zul je hier gegarandeerd niet aantreffen. Boliviaans eten bestaat meestal uit grote stukken vlees. Voor mij als vegetarier is het geen feest, maar met groenten, aardappels, maiskolven en wat sla ben ik al snel tevreden.

De gasten van het hotel krijgen in de eetzaal hun ontbijt geserveerd. Ik maak meestal zelf wat klaar in de keuken. Er zijn twee kamermeisjes. Van de ene krijg ik altijd een glas ver gepérst sinaasappelsap. Tussen de middag almuerzo en dan gaan we 's avonds laat meestal in een restaurantje wat eten. Sinds de laatste keer dat ik hier was, twee jaar geleden, zijn er heel veel Italiaanse restaurantjes bijgekomen. Dat is goed nieuws voor een vegetarier. Ik heb al heel wat lekkere gerechten gegeten, waaronder gnocchi, spaghetti, lasagna en natuurlijk pizza.

Lilians vader en moeder zijn allebei 63 jaar oud. Ze hebben vier kinderen; Ruldin, Freddy, Elffy en de jongste is Lilian. De oudste en de jongste dochter wonen in het buitenland, Ruldin in Portugal en Lilian in Nederland. Elffy woont in de naastgelegfen stad Tarija, op zo'n acht uur rijden. Freddy woont nog thuis. Met z'n allen zijn ze druk met het familiebedrijf: twee hotels met 'agencia de turismo' en een winkel voor de verkoop van vooral limonade, bier en sterke drank. Ze zijn officieel agent van Coca Cola en diverse andere limonade- en biermerken. Dat betekent dat ze per stuk verkopen, maar vooral ook in grote hoeveelheden aan vele kleinere winkeltjes in Tupiza.



In de hostals hebben ze alles van slaapzalen met gedeelde douche en wc tot kamers met eigen voorzieningen. Een van de belangrijkste activiteiten is het organiseren van vierdaagse jeeptours naar de lagunes en het zoutmeer van Uyuni. Daarnaast organiseren ze paardrijtochten van drie uur tot vijf dagen. In de hotels werken ongeveer vijf meisjes. In de winkel zijn er twee of drie sjouwers. De chauffeurs en koks die de jeep´tochten begeleiden zijn met ongeveer dertig in totaal en de gidsen die de paardrijtochten doen zijn er ook minstens twintig. Alles bijelkaar is het een hele onderneming, waar broer Freddy en de ouders het erg druk mee hebben. Ze zijn eigenlijk altijd, van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat in touw.

Lilians ouders zijn hele lieve, hartelijke mensen. Het is een hele hechte familie. Ze werken keihard, hebben af en toe ook wel eens mot, met Zuid-Amerikaans temperament, maar leggen het ook snel weer bij. Ze hebben tussen het werken door vooral veel gein met elkaar. Het is leuk om hier te zijn.




(op de foto's Lilian met haar zus en vader (aan de telefoon) in de agencia en met haar moeder voor de winkel)

Busreis La Paz - Tupiza

Het begon al onderweg naar de bus. Om half acht zou hij vertrekken. Met de taxi kwamen we in een grote verkeersopstopping terecht. Twee minuten voor half acht arriveerden we bij het busstation. In Tupiza hebben ze nog steeds geen pinautomaat, dus ik wou graag nog even pínnen. Kon nog wel, zei Elffy. Zij en Lilian liepen al vast vooruit met de kruier die onze koffers en twee enorme balen met de matrassen op een karretje meevoerde. In Bolivia heb je tientallen particuliere busondernemingen. Ze hebben allemaal een kantoortje met loket in de grote hal. Voor elk kantoortje staat een man of vrouw luidkeels de bestemmingen en de tijden van vertrek te roepen. Een lawaai van jewelste.

Toen ik bij het juiste loket aankwam, moest ik even zoeken naar de opstapplaats. Ik baande me een weg naar de bus. De motor draaide al. Ik hoorde Lilian roepen, maar kon niet zien waar het geluid vandaan kwam. Het bleek dat ze bij de deur van de bus stond. Ik had niet meteen door wat er aan de hand was, maar al snel begreep ik dat Elffy niet in de bus zat. Zij was eruit gegaan om mij te gaan zoeken. Inmiddels reed de bus al achteruit om te vertrekken! De chauffeurs zitten beneden, de reizigers boven. Lilian riep naar de bestuurder dat haar zus nog buiten was. 'Het is tijd' zei hij en reed weg. Lilian raakte lichtelijk in paniek. Een man die achter de chauffeur zat, hij leek me enigszins beschonken, gooide olie op het vuur: ´tijd is tijd! Rijden met die hap!'

De bus reed weg, maar moest eerst nog stapvoets langs de drukke opstapplaatsen van andere busmaatschappijen. Uiteindelijk wist Lilian de chauffeur te overreden om een rondje om het busstation te rijden. Ze sprong uit de bus om haar zus te gaan zoeken. Nu zat ik dus alleen in de rijdende bus! Dat wil zeggen, de bus bus die verder al helemaal vol zat. Het publiek begon zich ermee te bemoeien. 'Vamos!' riep de een. 'Wacht toch even op die meisjes! zei de ander. De bus bleef maar rijden. Ik was er niet gerust op. Het station was afgeladen vol met mensen. Gelukkig zag ik op een gegeven moment Lilian staan zwaaien. En daar was haar zus ook al. Zo begonnen we toch nog compleet aan de reis, die zestien (16) uur zou duren.

In El Alto, even buiten La Paz op de hoogvlakte, was de laatste stop. De bus was nu echt vol. We begonnen de rit in het donker over de uitgestrekte hoogvlakte. De eerste stad die we bereikten was Oruro. Vrouwen met kinderen kopen hier voor hun kroost geen apart kaartje. Moeder met twee drie kinderen van twee maanden, drie jaar en vijf jaar op één stoel, dat moet kunnen. De baby's begonnen om de beurt te huilen. De film Braveheart werd vertoond, in nagesynchroniseerd in het Spaans.

Lilian en Elffy maakten zich in de donkere nacht druk om het rijgedrag van de chauffeur. Er reden veel langzame vrachtwagens en de bestuurder maakte soms inderdaad gewaagde inhaalmanouvres. Verder hadden ze het idee dat er in de bestuurderscabine werd gedronken. Ik haalde mijn schouders erover op. De dame voor me had haar stoel al in de slaapstand gezet, ik zat volledig klem, kon geen kant op. Ik had al lang besloten om me volledig over te geven. Que sera sera, er was niets dat ik kon doen.

Diep in de nacht bereikten we de stad Potosí, gelegen op ruim 4000 meter hoogte. Hier hebben Lilian en ik elkaar ooit ontmoet. De bus ging meteen weer door. Als hij stilstond, was het benauwd, maar als hij ging rijden werd het al snel fris. Goed dat we een deken bij ons hadden. Ik deed mijn lenzen uit, oordopjes in en ooglapje op. Stoel in de meest horizontale stand en ik geloof dat ik waarempel af en toe wel even geslapen heb. Het gerammel van de bus was oorverdovend. Even later werd het licht.

Na zo'n dertien uur non-stop te hebben gereden hielden we even halt voor het ontbijt. Hier, in een gat genaamd Cotagaita, bestelden we een ontbijtje dat bleek te bestaan uit een steen (men zei dat het een broodje was) en een kopje thee van cocablaadjes. Ik ging even naar achteren en ontdekte hier de vieste wc's ter wereld. Technisch gesproken was het niet eens een wc (watercloset), want er was geen stortbak. Ze hadden zelfgezaagde plastic bakjes, die je een stukje verderop moest vullen met water. Toen ik dat deed, kwam er echter geen water meer uit het kraantje. Dan maar met een leeg bakje in de rij staan. Eindelijk was ik aan de beurt. Wat ik binnen aantrof qua geur en aanzicht ga ik niet beschrijven. Laten we het erop houden dat dit echt de smerigste plee ter wereld was. Tientallen vliegen waren mijn zoemende getuigen.

De laatste drie uur reden we over ongeplaveide wegen door de roodgekleurde bergen. De gemiddelde snelheid was nog geen dertig kilometer per uur, want de chauffeur moest de bus heel behoedzaam door diepen geulen, rivierbeddingen en langs grote rotsblokken sturen. Er was erg veel stof. De laatste loodjes wogen het zwaarst, maar even na elf uur in de ochtend bereikten we dan eindelijk Tupiza.

Vrolijk kerstfeest

Fijne kerstdagen voor iedereen die dit leest. Kerst in Bolivia is heel anders dan in Nederland. Het is hier zomer. Verder kent Bolivia geen Arbowet of regels voor openings- en sluitingstijden van winkels. Het leven gaat hier eigenlijk gewoon door, net als op elke andere dag. De markt is open, de winkels zijn open, er wordt geklopt en gehamerd aan huizen, kortom een dag als alle andere. Het enige verschil dat ik tot nu toe heb opgemerkt is dat om half elf de kerkklokken luidden.

Lilians oom, tante en nichtje uit Buenos Aires zijn gisteren aangekomen. Vanmiddag zullen we met z'n alleen een kerstmaaltijd nuttigen.

Monday, December 24, 2007

Tiahuanacu

De bus naar Tupiza zou pas de volgende dag om half acht ´s avonds vertrekken, dus ik had tijd voor een excursie naar Tiahuanacu, een archeologische plaats op zo´n 75 kilometer ten noorden van La Paz. Na het ontwaken bleek dat er geen water uit de kraan kwam. Best lastig. Gelukkig hadden we nog net genoeg drinkwater om onze tanden te poetsen en voor een kattenwasje. Onze behoeften bleven liggen in de wc-pot, daar ging ik mijn bronwater niet aan verspillen.

Terwijl ik onderweg was, gingen Elffy en Lilian verder met hun inkopen. Onze eerste stop was op een uitkijkpunt, waar je een mooi uitzicht had over de toppen van de Cordillera Réal, de bergketen rond La Paz. Hoog steken ze uit boven de altiplano (hoogvlakte). De plaatselijke bevolking eert de bergen als goden. Nog altijd wordt er regelmatig geofferd aan de apu´s, de berggoden.



Bij Tiahuanacu kregen we een rondleiding door het museum en over het terrein met de opgravingen. Men heeft hier diverse tempels blootgelegd van een volk dat hier leefde voordat de Inca´s kwamen. Ruim drieduizend jaar heeft dit volk hier geleefd. Daarna verdwenen ze om onbekende reden. Hun nazaten werden opgenomen in het volk der Inca´s.

Het volk van Tiahuanacu heeft grote beelden van hun goden nagelaten, met tempels en poorten. Momenteel is men bezig met het uitgraven van een soort pyramide, vergelijkbaar met die van de Maya´s in Centraal-Amerika. De priesters wisten veel van astronomie. Op de grote beelden staan bijvoorbeeld precies 365 cirkels, één voor elke dag van het jaar. Verder zie je diverse planeten en sterrenbeelden afgebeeld. De beelden zijn duizenden jaren oud. Wat precies de betekenis is van alle beelden blijft gissen, want ze hadden geen schrift ontwikkeld om dingen op te schrijven. Ook hadden ze nog niet het wiel uitgevonden. De stenen die ze gebruikten komen van honderden kilometers ver. Deze hebben ze dus puur met spierkracht hier naartoe gesleept. Waarschijnlijk gebruikten ze overwonnen volken als slaven.



De grote monolieten zien er dreigend uit. De Spanjaarden hebben er rond 1550 kruisen en andere christelijke symbolen in gebeiteld om het kwaad te bezweren. Pas in het begin van de 20e eeuw werden de beelden weer gevonden. Men kon ze destijds nog niet echt op waarde schatten. Het grootste beeld werd in het centrum van La Paz geplaatst, en daarna voor het plaatstelijke stadion. Voetbalfanaten pisten er tegenaan en bekogelden het beeld met flessen. Er zijn zelfs beelden die tot in de jaren vijftig door het leger werden gebruikt bij schietoefeningen. Tegenwoordig worden ze hier streng bewaakt. Aanraken is strikt verboden. Men bouwt op dit moment een museum om alle beelden binnen te kunnen zetten.



Er is een zonnepoort, die dusdanig is geplaatst dat twee maal per jaar de zon precies door de poort op het beeld schijnt. Op deze plek heeft de Indiaanse president Evo Morales zijn inauguratie gevierd met een offer en oude rituelen die door de plaatstelijke Aymara-bevolking nog steeds in ere worden gehouden. Het is een mysterieuze plek. Een stukje verder ligt een soort kuil met muren waaruit diverse uit steen gehouwen hoofden steken. Ze hebben verschillende gelaatsuitdrukkingen, blij, droevig, serieus. Wat zou de functie van deze plaats zijn geweest? Bij de opgravingen vond men diverse botten, van dieren en mensen.



In de muur van de tempel zit een opening, gevormd als een oor. Als je aan de ene kant door de toeter spreekt, kun je het ver horen, alsof je een megafoon gebruikt. Als je aan de andere kant je oor voor het gat houdt, kun je duidelijk de stem horen van degene die een stuk verderop praat. Misschien stonden de priesters binnen en kon het volk zo vragen stellen. Als het antwoord van de priesters kwam, dacht het volk dat het de goden waren.

In het museum zie je onder meer vreemd gevormde schedels. Het was waarschijnlijk een statussymbool om een heel langwerpig hoofd te hebben. Bij baby´s werden ringen en strakke banden om de hoofdjes gelegd, zodat ze een heel langgerekt hoofd kregen. Er is ook een mummie gevonden. De muren zijn bijzonder ingenieus gemaakt, met stenen die precies in elkaar passen, zonder cement. Bepaalde versieringen komen overeen met versieringen van de Egyptenaren en andere volken elders ter wereld. Al met al een indrukwekkende plaats.

Friday, December 21, 2007

La Paz 2

Elffy, de zus van Lilian, was naar La Paz gereisd om allerlei inkopen te doen loor de zaak. Lilians ouders hebben twee backpackershotels en een zeer druk bezochte winkel waar ze vooral limonade, bier en andere dranken verkopen. Vanuit het hotel worden excursies georganiseerd voor de toeristen. Je kunt een tocht maken te paard, van drie uur tot vijf dagen, een fietstocht maken of met de jeep een excursie maken naar de beroemde lagunes en het zoutmeer van Uyuni. Die jeeptochten gaan door een nauwelijks bewoond, zeer ruig, bergachtig gebied. Een mobiele telefoon werkt daar niet. Elffy wilde in La Paz een radiosysteem kopen, waarmee de ze vanuit het hotel contact kunnen houden met de chauffeurs, die vier of vijf dagen onderweg zijn. Verder wilde ze zuurstofflessen kopen, waarmee men toeristen die serieus last krijgen van de hoogte extra zuurstof kan toedienen. Ook moesten er nieuwe matrassen worden aangeschaft voor de hotelbedden.

Vooral de radio is een grote investering; het hele systeem kost een paar duizend dollar. De zussen gingen te voet en soms per taxi kriskras door de stad. Een tijdje heb ik ze vergezeld. Maar in Bolivia hebben prijzen de neiging om opeens te stijgen als er een `gringo´ (westerling) in de buurt is. Elffy en Lilian hadden energie voor tien, ik had moeite om ze bij te benen. De hoogte speelde me nog steeds parten. Bovendien is er hier geen straat vlak, je loopt of steil omhoog, of steil naar beneden.

De hoofdmaaltijd, het almuerzo, wordt hier tussen de middag genuttigd. We hadden in een restaurant afgesproken met een meisje dat een tijdje in Rotterdam heeft gewoond. Inmiddels is ze terug in La Paz, getrouwd en met een kindje. Zij en haar man werken allebei op het gemeentehuis in La Paz. Haar man praatte graag over politiek. Hij was duidelijk een aanhanger van de huidige president, Evo Morales.

La Paz

In alle vroegte zaten we weer in het vliegtuig. Onderweg naar La Paz maakte het toestel een tussenlanding in de Chileense kustplaats Iquique. Een apart gezicht vanuit de lucht: aan de ene kant alleen maar water, aan de andere kant uitsluitend zand. De omgeving van het vliegveld leek op de Sahara: hoge zandduinen en verder niets.

De luchthaven van La Paz is weer heel anders: dit is het hoogst gelegen vliegveld ter wereld, zo´n 4 kilometer boven de zeespiegel. Het vliegveld heet El Alto (`de Hoge’), naar de nieuwe stad op de hoogvlakte die hier is ontstaan. Het dal waarin La Paz ligt is al helemaal volgebouwd. Beneden wonen zo´n drie miljoen mensen. Men bouwt nu verder op de hoogvlakte. Boeren uit alle uithoeken van het land trekken hier naartoe, op zoek naar een betere toekomst. Naar verwachting wonen hier binnenkort nog eens een miljoen mensen. Op weg naar de stad zie je het centrum van de stad liggen in de diepte. In het midden de hoge flats, met daaromheen duizenden en duizenden huisjes, tot hoog in de bergen. Daarachter de reusachtige bergtoppen met sneeuw erop, met pieken tussen de zes- en zevenduizend meter. La Paz is waarschijnlijk ook de minst groene stad ter wereld. Je ziet geen parken en op deze hoogte groeien nauwelijks bomen. Het is één grote stenen woestenij.



Het is een gekrioel van auto´s en mensen in La Paz. Een kakafonie van geluiden: alle auto´s toeteren, kooplieden prijzen luidkeels hun waren aan, mensen roepen, huilen, lachen. De kleuren kun je op de foto vastleggen, op film komen er de geluiden bij. Maar alleen als je er écht bent ruik je ook nog alle geuren. Overal wordt eten bereid, mensen doen hun behoefte, bussen en vrachtwagens braken blauwe dampen uit. Terwijl al je zintuigen tot het uiterste worden geprikkeld is La Paz een overweldigende ervaring. Het gevoel wordt versterkt door de hoogte: Als Hollander raak je hier snel buiten adem, je voelt een beetje zwakjes, licht in het hoofd.

Ons hotel bevond zich midden in het centrum, vlak bij Plaza San Francisco, waar de Spajaarden in 1548 de stad stichtten. Ze noemden het La Paz, De Vrede, omdat ze net vrede hadden gesloten tussen twee concurrerende groepen veroveraars. De eerste keer dat ik in deze stad was, was in 1999. Ik herinnerde me nog de plek van een vegetarisch restaurant. Het bleek dat deze nog bestond, het restaurant van Hotel Gloria. Hier kun je goed eten voor een lage prijs. Dat het lekker is, blijkt wel uit het feit dat het elke dag volzit met Bolivianen. Dat is bijzonder, want Bolivianen zijn normaal grote vleeseters.

Nadat we flink wat door de stad hadden gewandeld begon mijn lichte hoofdpijn steeds sterker te worden. Lilians zus Elffy was ook naar La Paz gekomen. Iedereen, jong en oud, rijk en arm, loopt hier met een mobiele telefoon. Elffy ook, dus we hadden haar snel gevonden. Terwijl de twee zussen eropuit trokken om wat te gaan eten, ging ik naar onze hotel kamer. De beruchte soroche (hoogteziekte) had toegeslagen. Met een knallende koppijn lag ik op mijn bed. Het rumoer van de straat kwam luid en duidelijk door in de hotelkamer. Nadat Lilian weer veilig terug was, deed ik mijn oordopjes in, mijn ooglapje op en zo viel ik in een onrustige slaap.

NIEUW: vanaf vandaag met foto´s (zie ook vorige posts)

Thursday, December 20, 2007

Santiago de Chile

Ons hotel was niet een gewoon hotel. Het is een gebouw met diverse appartementen, waarvan er een aantal als hotelkamer wordt verhuurd. We hadden een klein woonkamertje met keuken en een slaapkamer. De avond tevoren werd er een groot blad met het ontbijt neergezet: yoghurt, eieren en melk in de koelkast. We konden dus zelf brood roosteren, een eitje koken en thee zetten op de tijd dat het ons uitkwam. Daar hebben we gebruik van gemaakt door eens lekker uit te slapen.

Uitgerust en met een volle maag gingen we de stad in. In het midden van Santiago is een park op een berg, Cerro Santa Lucia. Overal zijn watervallen, paadjes, uitkijkpunten. Zo kom je steeds hoger. Op de top heb je een fraai uitzicht over de stad. Rondom de stad liggen hoge bergen besneeuwde toppen, maar door een zekere nevel (smog?) waren ze nauwelijks te zien.



We werden aangeklampt door een man die zei dat hij een professor was aan de universiteit en dat hij nu geld inzamelde voor kinderen met het Downsyndroom. Hij kende een paar Nederlandse woorden en begon te praten over Pim Fortuyn. Zoiets verwacht je niet. Net als andere Chilenen die we eerder hadden ontmoet was hij heel behulpzaam. Hij pakte een papiertje en noteerde zorgvuldig allerlei dingen die we beslist moesten zien, adressen van restaurants, enzovoorts.

In een winkelstraat speelde een groep muzikanten muziek van de Andes. Ik kocht hun cd en vroeg daarna aan de percussionist of hij wat wilde spelen op zijn cajon. Dat is een soort kistje waar je op zit en wat je als slaginstrument gebruikt. Wij hebben pas zo´n instrument aan mijn neefje Felix gegeven voor zijn verjaardag. Ik legde het uit en de man vond het wel een leuk verhaal. Hij gaf een fraaie demonstratie op de cajon, die ik heb gefilmd. De andere muzikanten vielen in en het werd een hele jamsessie.

Even later bezochten we het presidentiële paleis. Je mocht de binnenplaats bekijken en wie wilde mocht op de foto met de wachters, die toch minder nors waren dan ik eerst had gedacht. Op deze plek kwam in 1973 Salvador Allende om het leven bij de staatsgreep. Daarna heeft de bekende dictator Augusto Pinochet hier zo´n dertig jaar rondgelopen. Ik kan me nog herinneren dat mijn moeder vroeger bij Albert Heijn vroeg waar de sinaasappels vandaan kwamen en dat ze deze niet kocht als ze uit Chili kwamen, vanwege de dictatuur. Nooit gedacht dat ik hier zelf nog eens zou rondlopen.



In Bolivia is ook menige staatsgreep geweest, de laatste was in 1981. Lilian kan zich dat nog goed herinneren, want zij was toen met haar moeder en broer en zus in La Paz. Lilian´s moeder heeft gisteren het hele verhaal verteld. Ze was daar met de kinderen om inkopen te doen voor de winkel, toen er plotseling overal soldaten op straat liepen en er van alle kanten werd geschoten. Ze wilde met de kinderen een restaurant in gaan, maar de eigenaar deed de deur op slot en liet niemand binnen. Zo hebben ze een tijdje door de straat gedwaald, terwijl er van alle kanten geschreeuw kwam.

Gelukkig vonden ze ergens een plaats om te slapen. Er was veel angst voor afgedwaalde kogels. De volgende dag ontmoetten ze een bekende die kaartjes voor de trein naar huis kon bemachtigen. Zo kwamen ze heelhuids thuis. Net op tijd, want de volgende dag werden alle bruggen en spoorwegen opgeblazen met dynamiet.

Lilian kan zich nog goed de angst herinneren. Sindsdien heeft ze een hekel aan de stad La Paz. Gelukkig is dit allemaal al weer lang geleden. Een jaar later gaf de militaire junta de macht op en kwamen er verkiezingen. Sindsdien is er in Bolivia democratie en vrijheid van meningsuiting. Waar de Bolivianen druk gebruik van maken. Maar dat is weer een heel ander verhaal.

We sloten de dag af met een etentje bij een van de betere restaurants van Santiago. De ober vroeg waar we vandaan kwamen. Even later kwam hij terug met twee vlaggetjes, de Boliviaanse en de Nederlandse, die hij bij ons op de tafel zette. Alle Chilenen die we zijn tegengekomen waren heel vriendelijk en attent.



De betrekkingen tussen Bolivia en Chili zijn lange tijd zeer gespannen geweest. Bolivia had vroeger een zeehaven, maar in een oorlog met Chili, zo´n zeventig jaar geleden, zijn ze alle gronden aan de oceaan kwijtgeraakt. Sindsdien claimen de Bolivianen deze grond, maar de Chilenen zijn geenszins van plan om het land terug te geven. Ook een corridor naar de oceaan, een soort recht van overpad willen ze niet verlenen. Lilian had gedacht dat zij daar als Boliviaanse op zou worden aangekeken, dat de Chilenen Bolivianen slecht zouden behandelen, maar dat bleek absoluut niet het geval. Overigens zij de betrekkingen tussen beide landen een stuk verbeterd sinds het aantreden van de Chileense presidente Michelle Bachelet. Zij is een socialiste, net als de Boliviaanse president Evo Morales. Deze week was zij op bezoek in La Paz, samen met de Braziliaanse president Lula.

Wednesday, December 19, 2007

Vakantiegevoel

Na ons te hebben opgefrist met een warm bad gingen we de stad in. Onze straat uitlopend kwamen we als eerste aan bij het presidentiële paleis van Chili, genaamd La Moneda. Het is een groot, wit gebouw. De bewakers lopen in een soort wit galauniform met een sabel en een grote pet. Aan beide kanten van het paleis ligt een groot plein.



Santiago heeft een paar brede boulevards waar veel verkeer overheen raast. Dwars op die boulevards liggen veel brede autovrije winkelstraten à la de Lijnbaan. Hier was het ontzettend druk, zelfs op maandag, als op een zaterdag in de Koopgoot. Op het centrale plein, La Plaza de Armas, vonden we een terras. Zittend aan een glas vers sinaasappelsap (Lilian) en grote halve liter Escudo (Chileens bier), kijkend naar de voorbijgangers, luisterend naar de muziek, kwam het echte vakantiegevoel al snel over ons. Er was genoeg te zien. Tegenover on zaten de tekenaars. Een stukje verderop vertoonde een goochelaar zijn kunsten. Er was een hoek waar aan een stuk of dertig schaakborden strijd werd geleverd. De grote fontein in het midden was in bezit genomen door groep kinderen die hem als zwembad gebruikten en elkaar met veel geschater nat spetterden.



Chili is één van de modernste landen van Zuid-Amerika. Zelfs dan zie je duidelijk dat het niet een Europees land is. De sfeer heeft wel iets weg van Spanje, maar dan dertig jaar geleden. Er zijn hier in Santiago tamelijk veel bedelaars. Als je op het terrasje zit, wordt er om de haverklap een kerstkaart of een plastic prul op het tafeltje gelegd. Even later komt dan hetzelfde zigeunerachtige meisje van een jaar of zeven weer langs om te vragen of je het koopt. Wij doen daar niet aan mee. Niet dat we zo gierig zijn, maar ik denk dat hoe meer geld die kinderen ophalen, hoe minder hun ouders geneigd zullen zijn om ze gewoon naar school te sturen. Wat ik wél kocht was een cd van de groep jonge Chilenen die live muziek ten gehore bracht. Ik had net gepind en nog geen idee wat de wisselkoers was. Achteraf gezien heb ik zo ongeveer vijf keer te veel betaald voor die cd. Die gasten hadden dus een goede dag.

We gingen eten in een eenvoudig Italiaans restaurant. Toen we bijna klaar waren, hoorden we een groot gebonk. Achterin het kleine lokaal werd een grote, volle kliko de trap op gehesen. Tot onze verbazing werd die vieze vuilnisbak dwars door het restaurantje, door het smalle pad tussen de tafeltjes door naar buiten gereden. Buiten werd hij geleegd en dan kwamen ze weer terug. Dat herhaalde zich zeker tien keer. Lekker als je net aan het eten ben! De Chilenen die aan de andere tafeltjes vertrokken geen spier, maar wij waren blij dat we al klaar waren met eten.

Tuesday, December 18, 2007

vliegreis

Op zondag 9 december ging in huize Lilian en Jeroen al om kwart voor vijf de wekker af. Snel de laatste spullen inpakken! Precies op tijd stond vader Rudolf al voor de deur. Hij was heel vroeg uit zijn bed gekomen om ons naar het vliegveld Zaventem te brengen (bedankt pa!). We beleefden iets dat tegenwoordig erg zeldzaam is: we waren zo´n beetje de enigen op de grote brede snelwegen van Nederland en Vlaanderen. Het was nog donker toen we - ruim op tijd - op het vliegveld aankwamen.

American Airlines is een voordelige luchtvaartmaatschappij. Maar alle waar is naar zijn geld: in het vliegtuig merk je wel dat het `low budget´ is. Terwijl de andere passagiers nog hun plaatsje zochten belde ik vanuit het toestel nog even naar mijn vader. Die was inmiddels al weer thuis in Vleuten. Zo lang duurt de hele procedure tegenwoordig. Op het vliegveld heb ik nog een boek gekocht. Veel keus was er niet. De uren dat we over de Atlantische Oceaan vlogen, bracht ik door met het lezen van de autobiografie van Corry Brokken. Van zangeres tot rechter.

In New York aangekomen moesten we ons eerst onderwerpen aan de grondige Amerikaanse controle. Je moet je bagage van de band halen, door de douane en daarna mag je de koffers weer inleveren. JFK Airport heeft verschillende terminals, die verspreid liggen in een kring. Om naar de gates te gaan, moet je eerst weer door de paspoortencontrole. Schoenen uit, zakken leegmaken, riem af, jas uit en gedwee de bevelen opvolgen die de mensen in uniform de meute toeschreeuwen: move move move!stand in line! that way! stop right there! let me see you hands! go go go! keep moving! stop right there! etc.

Het is heel slecht aangegegeven waar je moet zijn. De gate staat wel op alle borden, maar er staat niet bij in welke terminal die gate is. Maar goed dat ik het ging navragen, want na een paar uur wachten bleek dat we toch in de verkeerde terminal zaten. Je moet dan weer helemaal naar buiten en een heel eind lopen naar een soort treinstation. Daar pak je dan een treintje die een rondrit maakt langs alle terminals. Zo kwamen we aan bij terminal 4, waar we helaas wel weer helemaal opnieuw door de paspoortencontrole moesten, met al het wachten en het gedoe vandien.

In totaal moesten we 11 uur wachten op JFK. Achteraf gezien hadden we wel even naar de stad (New York) gekund. Maar ik wist niet helemaal hoe of wat met het transitvisum van Lilian. De Amerikanen zijn zo streng, dat ik geen risico wilde nemen. Op de terugweg gaan we waarschijnlijk wel even de stad in.

De vlucht van JFK naar Santiago was door de luchtvaartmaatschappìj omgeboekt. Daarom vlogen we dit deel met LAN Chile, een Chileense maatschappij. Veel beter dan American Airlines! De service was vergelijkbaar met die van de KLM: allemaal een eigen beeldscherm, met films, spelletjes, cd´s enzovoorts, drankjes inbegrepen en veel aardiger personeel. Het was inmiddels nacht en we probeerden wat te slapen.

De aankomst in Chili was prima. Een supersnelle paspoortcontrole en koffers die al snel arriveerden. Snel een hotel geboekt, een vriendelijke taxichauffeur gevonden die ons vriendelijk babbelend naar het hotel bracht. De zon scheen volop en het hotel was perfect. Onze vakantie was begonnen!

Editie 2007/2008 van start!

Onze nieuwe reis is weer begonnen! We zijn al meer dan een week weg. Ik heb dus onzettend veel in te halen. Het is te veel om allemaal in één keer te vertellen. Ik zal de komende dagen proberen om wat van die eerdere belevenissen op te schrijven. Er zijn genoeg onderwerpen: onze lange vliegreis, het verblijf in Santiago de Chile, onze tijd in de heksenketel van La Paz waar ik behoorlijk last had van de grote hoogte, mijn trip naar Tiahuanacu, onze busreis van 16 uur van La Paz naar Tupiza, de eerste dagen bij de familie...

Op dit moment zit ik dus in Tupiza, in een internetcafé aan het centrale plein. Buiten schijnt de zon. In de reflectie van het scherm zie ik achter me de palmen. Ik hoor binnen de lokale radio, met Boliviaanse muziek en een presentatrice die tussen de platen door nieuwtjes en moppen vertelt. Naast me zitten wat jonge Bolivianen hun email te checken. Zonet zijn er twee lange Nederlandse studentes binnengekomen, die klagen dat hun computer te traag is (valt best mee).

De deur staat open en van buiten komen de straatgeluiden: auto´s die optrekken, getoeter, een ijscoman die met zo´n ouderwetse knijptoeter klandizie wil trekken, mensen al pratend en lachend langslopen.

Voor de deur hebben ze net nieuw asfalt gelegd. Een aantal mannen is nu bezig om de belijning op de weg te schilderen. Volgens mij is dit voor Tupiza nieuw, ik heb hier nog nergens eerder witte strepen op de weg gezien. Het is hard nodig dat ze iets aan de wegen doen. Voor 99% ziet het eruit alsof de wegens sinds 50 jaar niet zijn onderhouden. Sommige straten zijn nog steeds niet bestraat. Overal zitten enorme gaten in de weg, bepaalde delen zijn onbegaanbaar. Snelheidscontroles zijn hier niet nodig, want de toestand van de wegen laat snelheden boven de 15 km/uur niet toe.

In tegenstelling tot in La Paz is in Tupiza de voetganger nog koning. Ook zie je hier veel mensen fietsen. Vracht wordt vervoerd op een handkar. De weinige auto´s die hier rijden zijn meestal grote 4x4 terreinwagens. Je ziet ook wel personenauto´s, maar dat zijn bijna altijd taxi´s, hele oude Toyota´s van minstens 20 jaar oud, die met veel plakband en elastiek rijdend worden gehouden.

Vannacht heeft het geregend. Het is nu zonnig, maar je voelt nog de frissere lucht die met de regen kwam. Ik denk dat het zo´n 19 à 20 graden is. Als de zon doorzet, kwan het snel een stuk warmer worden, maar als de regen terugkomt, is het nog best fris.