Tuesday, December 25, 2007

Busreis La Paz - Tupiza

Het begon al onderweg naar de bus. Om half acht zou hij vertrekken. Met de taxi kwamen we in een grote verkeersopstopping terecht. Twee minuten voor half acht arriveerden we bij het busstation. In Tupiza hebben ze nog steeds geen pinautomaat, dus ik wou graag nog even pínnen. Kon nog wel, zei Elffy. Zij en Lilian liepen al vast vooruit met de kruier die onze koffers en twee enorme balen met de matrassen op een karretje meevoerde. In Bolivia heb je tientallen particuliere busondernemingen. Ze hebben allemaal een kantoortje met loket in de grote hal. Voor elk kantoortje staat een man of vrouw luidkeels de bestemmingen en de tijden van vertrek te roepen. Een lawaai van jewelste.

Toen ik bij het juiste loket aankwam, moest ik even zoeken naar de opstapplaats. Ik baande me een weg naar de bus. De motor draaide al. Ik hoorde Lilian roepen, maar kon niet zien waar het geluid vandaan kwam. Het bleek dat ze bij de deur van de bus stond. Ik had niet meteen door wat er aan de hand was, maar al snel begreep ik dat Elffy niet in de bus zat. Zij was eruit gegaan om mij te gaan zoeken. Inmiddels reed de bus al achteruit om te vertrekken! De chauffeurs zitten beneden, de reizigers boven. Lilian riep naar de bestuurder dat haar zus nog buiten was. 'Het is tijd' zei hij en reed weg. Lilian raakte lichtelijk in paniek. Een man die achter de chauffeur zat, hij leek me enigszins beschonken, gooide olie op het vuur: ´tijd is tijd! Rijden met die hap!'

De bus reed weg, maar moest eerst nog stapvoets langs de drukke opstapplaatsen van andere busmaatschappijen. Uiteindelijk wist Lilian de chauffeur te overreden om een rondje om het busstation te rijden. Ze sprong uit de bus om haar zus te gaan zoeken. Nu zat ik dus alleen in de rijdende bus! Dat wil zeggen, de bus bus die verder al helemaal vol zat. Het publiek begon zich ermee te bemoeien. 'Vamos!' riep de een. 'Wacht toch even op die meisjes! zei de ander. De bus bleef maar rijden. Ik was er niet gerust op. Het station was afgeladen vol met mensen. Gelukkig zag ik op een gegeven moment Lilian staan zwaaien. En daar was haar zus ook al. Zo begonnen we toch nog compleet aan de reis, die zestien (16) uur zou duren.

In El Alto, even buiten La Paz op de hoogvlakte, was de laatste stop. De bus was nu echt vol. We begonnen de rit in het donker over de uitgestrekte hoogvlakte. De eerste stad die we bereikten was Oruro. Vrouwen met kinderen kopen hier voor hun kroost geen apart kaartje. Moeder met twee drie kinderen van twee maanden, drie jaar en vijf jaar op één stoel, dat moet kunnen. De baby's begonnen om de beurt te huilen. De film Braveheart werd vertoond, in nagesynchroniseerd in het Spaans.

Lilian en Elffy maakten zich in de donkere nacht druk om het rijgedrag van de chauffeur. Er reden veel langzame vrachtwagens en de bestuurder maakte soms inderdaad gewaagde inhaalmanouvres. Verder hadden ze het idee dat er in de bestuurderscabine werd gedronken. Ik haalde mijn schouders erover op. De dame voor me had haar stoel al in de slaapstand gezet, ik zat volledig klem, kon geen kant op. Ik had al lang besloten om me volledig over te geven. Que sera sera, er was niets dat ik kon doen.

Diep in de nacht bereikten we de stad Potosí, gelegen op ruim 4000 meter hoogte. Hier hebben Lilian en ik elkaar ooit ontmoet. De bus ging meteen weer door. Als hij stilstond, was het benauwd, maar als hij ging rijden werd het al snel fris. Goed dat we een deken bij ons hadden. Ik deed mijn lenzen uit, oordopjes in en ooglapje op. Stoel in de meest horizontale stand en ik geloof dat ik waarempel af en toe wel even geslapen heb. Het gerammel van de bus was oorverdovend. Even later werd het licht.

Na zo'n dertien uur non-stop te hebben gereden hielden we even halt voor het ontbijt. Hier, in een gat genaamd Cotagaita, bestelden we een ontbijtje dat bleek te bestaan uit een steen (men zei dat het een broodje was) en een kopje thee van cocablaadjes. Ik ging even naar achteren en ontdekte hier de vieste wc's ter wereld. Technisch gesproken was het niet eens een wc (watercloset), want er was geen stortbak. Ze hadden zelfgezaagde plastic bakjes, die je een stukje verderop moest vullen met water. Toen ik dat deed, kwam er echter geen water meer uit het kraantje. Dan maar met een leeg bakje in de rij staan. Eindelijk was ik aan de beurt. Wat ik binnen aantrof qua geur en aanzicht ga ik niet beschrijven. Laten we het erop houden dat dit echt de smerigste plee ter wereld was. Tientallen vliegen waren mijn zoemende getuigen.

De laatste drie uur reden we over ongeplaveide wegen door de roodgekleurde bergen. De gemiddelde snelheid was nog geen dertig kilometer per uur, want de chauffeur moest de bus heel behoedzaam door diepen geulen, rivierbeddingen en langs grote rotsblokken sturen. Er was erg veel stof. De laatste loodjes wogen het zwaarst, maar even na elf uur in de ochtend bereikten we dan eindelijk Tupiza.

3 Comments:

At 7:17 AM, Blogger madre joke said...

Hoi Jeroen,

Je hebt me weer hartelijk laten lachen bij het lezen van dit verslag over de busreis.

Natuurlijk niet leuk toen het allemaal gebeurde, wel leuk om later aan terug te denken.

Ik zat net je stukjes te kopieren voor mijn moeder toen jij de laatste twee verslagen erop zette.
Grappig.

Groetjes vanuit een rustig Kloosterburen,
Bert en Joke

 
At 12:46 PM, Blogger madre joke said...

Lieve zoon, schoondochter en alle familieleden,

Van harte gefeliciteerd met de verjaardag van jullie kleindochter en nichtje Alexis!

Hartelijke groeten vanuit Kloosterburen,

Bert en Joke

 
At 5:05 AM, Blogger Salo said...

Ha Jeroen,

Lig ziek in bed, dus heb eindelijk eens tijd om je blog goed te lezen en een reactie te plaatsen. Felix is benieuwd naar dat filmpje met die Cajonspeler. Hilarisch, dat verslag over die busreis! Als ik het zo allemaal lees denk ik dat het misschien maar beter is als wij nog een paar jaartjes wachten om met z'n allen naar Tupiza te gaan.

Veel groeten aan iedereen van ons allemaal!

Sander

 

Post a Comment

<< Home