Foz do Iguaçu

Op het kruispunt tussen het hotel en het busstation staat een man in een pak met das met een groot bord: JEZUS ZEGT: IK KOM SNEL TERUG. Hij draait mee met het verkeer, zodat zo veel mogelijk mensen de blijde boodschap mee krijgen. Met de lokale bus gaan we richting de watervallen. De Braziliaanse bussen zijn in twee helften verdeeld. Je kunt kiezen of je voor of achter wilt zitten, maar als je eruit wilt, zul je altijd eerst langs het nauwe draaipoortje moeten. Die gaat alleen open als je hebt afgerekend met de kaartjesverkoper. Een goed systeem, zonder dure elektronica die vaak hapert (denk aan de chipknip). Wel moeilijk voor dikke mensen, want het draaipoortje is heel erg smal. Kaartjes kosten bijna niks.

De watervallen bevinden zich in een groot nationaal park. Alles is hier superstrak georganiseerd en modern en ruim opgezet. De gazons zijn keurig gemaaid, de paden zijn breed en schoon. Het heeft inderdaad wel wat weg van de Efteling. Maar als je dan opeens oog in oog staat met de watervallen van Iguazú vergeet je de rest. Wat een grandioos gezicht! Een hele serie enorm grote watervallen. Werkelijk prachtig!



Via bruggen, liften en trappen kom je tot vlakbij het oorverdovend razende water. We worden helemaal nat, maar dat geeft niet. Met deze temperaturen, van meer dan veertig graden, hou je het sowieso niet droog. Onderweg zien we halftamme wasberen (halftam omdat ze wel vlak langs de mensen lopen, maar zullen bijten als ze je eten willen afpakken), leguanen van wel een meter lang en heel veel vlinders.



We bezoeken ook nog het vogelpark, met veelkleurige papegaaien, toekans en wat dies meer zij. Sommige vogels zijn zo tam, dat je ze kunt aaien. Bij de uitgang mogen we even op de foto met een echte papegaai, die met wat eten wordt afgeleid. Ook krijgen we een levende slang om onze nek. Het was de omweg waard!